MENU
  • Pers
  • Vacatures
  • Stage
  • Contact
  • Steun ons
  • Wie zijn wij
    • Opdracht
    • Medewerkers
    • Samenwerking
    • Vaakgestelde vragen
    • Archief
  • Wat doen we
    • Buurtwerk & projecten
    • Activiteiten
  • Agenda
  • Vrijwilligers
    • Vacatures
    • Info
  • Documentatie
    • Maandkalenders buurtwerk
  • Home
  • Buurtwerk De Wijk (Antw-Noord)
  • Maak kennis met Rabia Bouchikhi, buurthuismedewerker

Maak kennis met Rabia Bouchikhi, buurthuismedewerker

De coronazomer van 2020 loopt ten einde. Ik spreek af met buurthuismedewerker Rabia Bouchikhi in Centrum De Wijk. Bij mijn aankomst  staat er een tafel gedekt met brandende kaarsjes, croissants, msemmen en een viruswerend scherm. Niet dat Rabia tijdens ons gesprek zelf eet. Wanneer ze over haar werk vertelt is het zoals in het spreekwoord: ‘Waar het hart van vol is, loopt de mond van over’.

Op een bepaald moment holt ze naar het raam om snel een praatje te doen met een passerende vrouw met kind die ze door de pandemie al maanden niet meer had gezien.  “Ik had nog uren met die vrouw kunnen praten,” verzucht Rabia nadien, “zo hard mis ik het intense contact met de mensen uit deze wijk.”

Er volgt een gesprek over werken in en aan een doorgangswijk, liefde voor de mensen van 2060 en het zware spoor dat covid-19 door mensenlevens trekt.

Buurthuismedewerker in 2060 Antwerpen-Noord

Rabia Bouchikhi startte in januari 2019 als buurthuismedewerker in Buurtwerk De Wijk in Antwerpen-Noord. Eerst via vrijwilligerswerk en daarna middels een stage rolde ze ongepland binnen bij Samenlevingsopbouw. Nu werkt ze halftijds voor het Huis van het Kind en halftijds voor Buurtwerk De Wijk. Beide werkingen maken deel uit van Centrum De Wijk, samen met Kind & Gezin en CAW inloopteam Samik.

De Wijk is gevestigd in een voormalig schoolgebouw -aan een klein speelpleintje- verscholen tussen de drukke Handelsstraat en de Lange Scholiersstraat. In normale tijden is het hier een drukte van jewelste. Ouders komen langs met hun baby, er werken mensen in de tuintjes en er wordt binnen gekookt of brood gebakken in de houtoven op de koer. In augustus moest in Antwerpen ook het buurtwerk terugschakelen ten gevolge van de tweede besmettingsgolf. Er zijn nu twee momenten in de week dat mensen kunnen langskomen met vragen. De werkers gaan terug wandelen in de wijk om aan mensen te vragen hoe het met hen gaat maar het centrum zelf ligt er vaak leeg en verlaten bij.

“Vaak ben ik de eerste die hier aankomt en de laatste die hier vertrekt. Ik heb zelfs ‘sloefen’ boven liggen.”

Een tweede thuis

Zelf heeft buurthuismedewerker Rabia niet het gevoel dat ze twee halftijdse jobs combineert. “Ik werk volledig voor Centrum De Wijk. Ik wil dat dit voor zoveel mogelijk mensen een veilige en warme tweede thuis is. Een plek waar iedereen welkom is en waar je dat ook echt voelt. Ik weet dat dit mooi klinkt in charters en boekjes, maar het vraagt veel inspanningen om dat ook echt te realiseren. Ik kom zelf uit een warm nest en toch is De Wijk echt mijn tweede thuis. Vaak ben ik de eerste die hier aankomt en de laatste die hier vertrekt. Ik heb zelfs ‘sloefen’ liggen boven. Het is zo schrijnend dat we de belofte van die veilige plek op dit moment niet kunnen waar maken.”

“Ik ga natuurlijk nog de straat op en praat daar met mensen maar wie niet durft buiten komen, zie ik dus niet meer. Enkel zij die sterk genoeg zijn komen nog tot hier of tenminste toch buiten. Ik hoorde net een verhaal van een alleenstaande moeder met vier kinderen die sinds begin maart de gordijnen niet meer open doet. Zij is de enige die heel af en toe buiten gaat om inkopen te doen. Ze is te bang. Sommigen zijn bang van covid-19, anderen van de complottheorieën die de ronde doen –dat de overheid dit zogezegd allemaal in scène zou zetten om de volledige macht te grijpen.”

rabia bouchikhi

Op een bepaald moment holt ze naar het raam om snel een praatje te doen met een passerende vrouw met kind die ze door de pandemie al maanden niet meer had gezien. “Ik had nog uren met die vrouw kunnen praten,” verzucht Rabia nadien, “zo hard mis ik het intense contact met de mensen uit deze wijk.”

Ben je zeker?

Rabia startte als vrijwilliger in de activiteit ‘Koffie & Formulieren’ in Deurne-Noord. In het kader van de volwassenenopleiding Maatschappelijke Werk kwam ze terecht op het project De Budgetgidsen. Ze deed er stage en is er ook nu nog vrijwilliger. Na haar stage kwamen er vacatures vrij voor vier buurthuismedewerkers. Samenlevingsopbouw zocht voor ieder buurtwerk één medewerker die het reilen en zeilen daar opvolgde van de logistiek tot de goede sfeer. Rabia solliciteerde en werd aangeworven. “Op de derde dag dat ik werkte gingen we met alle collega’s bowlen. Mensen wisten dat ik was aangeworven en waren nieuwsgierig in welke wijk ik ging werken. Telkens ik vertelde dat ik in 2060 ging werken, zag ik steeds opnieuw dat mensen stil vielen. Ze herpakten zich vervolgens snel en zeiden dingen in de aard van: ‘Oh? Ah. – Jij gaat dat zeker kunnen.’ Ik moet zeggen dat ik toen dacht: ‘Oei, wat heb ik gedaan?’”

“Hier is het niet altijd gezellig, maar wel altijd écht: er wordt hier geroddeld, er zijn discussies en er worden soms lelijke woorden gezegd. Geen dag is hetzelfde, het leeft.”

2060, geen ‘unicorns and fairytales’

“Nu ik hier anderhalf jaar werk als buurthuismedewerker is het duidelijk: ik hou echt van 2060. Schrijf dat maar op. Dit is een heel dankbare plek om te werken. Het centrum is een weerspiegeling van de wijk. Wie buiten rondloopt, loopt in normale omstandigheden ook hier binnen rond. Dat betekent dat we bewoners samenbrengen die erg van elkaar verschillen. Sommige mensen hebben het erg moeilijk. Soms is het hier ruig. Er zijn buurtwerken waar je binnenkomt en de gezelligheid en de warmte altijd voelt. Ik kan begrijpen dat je daar graag werkt. Ik noem dat ‘unicorns and fairytales’.”

“Hier is het niet altijd gezellig, maar wel altijd écht: er wordt hier geroddeld, er zijn discussies en er worden soms lelijke woorden gezegd. Geen dag is hetzelfde, het leeft. De bevolking van deze wijk verandert dagelijks. Voor veel mensen is dit een eerste contactpunt. Hoe vaak ik al hoorde: ‘ik ben hier nieuw’. Als werker moet je elke dag je plekje verdienen: ‘Ah, die taal ken ik niet.’, ‘Hoe kan ik ervoor zorgen dat mensen blijven komen?’, ‘Wat heb ik te bieden?’ ‘Kan ik mensen prikkelen met iets nieuws?’ Als er drie nieuwe Syrische gezinnen over de vloer komen moeten we misschien niet Syrisch gaan koken. Kunnen we dan niet eens iets klassiek Belgisch maken dat zij niet kennen? Soms komt een vrouw hier koken en ziet ze twee getatoeëerde mannen op de koer met elkaar ruzie maken. Comfortabel is dat natuurlijk niet. Maar dan is dat aan ons om zaken een plaats te geven en ervoor te zorgen dat iedereen zich veilig en welkom blijft voelen.”

Rabia Bouchikhi, buurthuismedewerker

Als buurthuismedewerker moet je elke dag je plekje verdienen: ‘Ah, die taal ken ik niet.’, ‘Hoe kan ik ervoor zorgen dat mensen blijven komen?’.

Kansen bieden om te groeien

“In normale omstandigheden ben ik als buurthuismedewerker degene die er in huis voor zorgt dat het draaiende blijft. Ik zorg voor verbinding tussen de mensen en de organisaties hier in huis. Nooit heb of neem ik tijd om te zitten. Sinds ik hier werk heb ik hoogstens twaalf keer tijd geluncht. Ik luister en praat veel. Bemiddelen bij conflicten en er voor zorgen dat mensen met elkaar in gesprek gaan, is wat ik doe. Bij heel veel activiteiten van anderen ondersteun ik: koken, de tuinen of de deelkast. Voor het ‘Huis van het Kind’ begeleid ik twee activiteiten zelf. Bij ‘Spelende leren’ ondersteun ik enerzijds mama’s om naast hun kind plaats te nemen en mee te volgen bij het huiswerk, ook als ze er zelf soms maar weinig van begrijpen. De andere activiteit is ‘Babbel bij de vroedvrouw’. Daar brengen we mama’s samen met een vroedvrouw en een student vroedkunde.”

“Samen met al mijn collega’s zorgen we ervoor dat dit een plek is waar mensen kunnen groeien. Wij kunnen niet groeien in mensen hun plaats, maar we kunnen ze wel de kansen bieden om het zelf te doen. Veel vrouwen komen naar hier om als vrijwilliger te koken maar het gaat niet over die gerechten. Het gaat over de discussies die ze hebben over wat ze gaan koken. Niet iedereen die hier voor het eerst binnenkomt, durft praten. Een mening vormen, die uitspreken, rekening houden met anderen, dat zijn allemaal dingen die je hier al doende leert.”

“En uiteindelijk sprong ik -in jogging- in mijn auto en was ik de enige die erbij was toen ze na 20u weeën en een keizersnede haar dochter op de wereld bracht. Dit is een erg uitzonderlijke situatie maar door haar zie ik wel wat zo’n thuis als hier kan betekenen.”

De bevalling

“Toen ik hier één maand werkte kwam hier op een winterse dag een hoogzwangere vrouw voor het eerst binnen. Ze was 8 maanden zwanger. Ze was getrouwd maar had geen fijne thuissituatie en geen wettig verblijf. Ik ging met haar op pad. Ze ging naar het spreekuur kwetsbare zwangerschap. Een vrijwilligster van de Budgetgidsen zorgde voor heel veel babyspullen. Ik leerde haar het vrijwilligerswerk bij de wijkkeuken van het buurtwerk kennen. Alles ging goed tot ik op een nacht gebeld werd. Ik neem ’s nachts normaal nooit op, maar de telefoon bleef maar overgaan. Omdat ik op de lijst sta van mensen die gebeld worden als er iets is in Centrum De Wijk werd ik ongerust. Ik nam op en hoorde enkel: ‘Oh God, Oh Rabia’. De zwangere vrouw haar water was gebroken. Ze had niemand om haar naar het ziekenhuis te brengen”

“Ik stelde voor om een taxi of een ambulance te bellen, maar ze was duidelijk in paniek. Al mijn voorgestelde oplossingen waren onbruikbaar voor een vrouw alleen zonder geld, ziekteverzekering of kennis van het Nederlands. Uiteindelijk sprong ik dan maar -in jogging- in mijn auto en was ik de enige die erbij was toen ze na 20u weeën en een keizersnede haar dochter op de wereld bracht. Dit is een erg uitzonderlijke situatie maar door haar zie ik wel wat zo’n thuis als dit kan betekenen. Intussen kent die vrouw veel mensen, heeft ze verblijfsdocumenten, werkt ze in een restaurant en wordt haar dochter opgevangen door een andere vrijwilliger van het buurtwerk wanneer ze werkt. Als zo’n persoon naar mijn activiteit ‘Babbel met de vroedvrouw’ komt, dan durft zij veel intiemere zaken vragen dan iemand die op een onbekende plek met een vroedvrouw gaat praten.”

Maak kennis met Rabia Bouchikhi, buurthuismedewerker

De belangrijkste eigenschap die je hier als werker moet hebben is dat je met een leeg blad naar mensen moet kunnen kijken. Je uitdaging is om je bewust te worden van wat je zelf onbewust op mensen hun blad schrijft.

Een leeg blad

“De belangrijkste eigenschap die je hier als werker moet hebben is dat je met een leeg blad naar mensen moet kunnen kijken. Je uitdaging is om je bewust te worden van wat je zelf onbewust op mensen hun blad schrijft. Je moet weten dat je vooroordelen hebt. Wanneer hier een man binnenkomt met beide armen vol tatoeages en een lichte alcoholgeur, dan is het mijn verantwoordelijkheid om die man zijn blad leeg te houden. Hij moet zelf zijn blad kunnen beschrijven. Het feit dat ik een hoofddoek draag speelt daarin een rol. Geef mij maar een wit blad. Ik zal dat wel zelf beschrijven met wat ik wil dat jij van mij denkt of van mij vindt.”

“Zo is er een oudere man die hier voor de pandemie geregeld over de vloer kwam. Hij beantwoordt aan de beschrijving die ik net gaf, maar telkens hij hier binnenkomt, begint hij op te ruimen. Dan doe ik de deelkast open en plooit hij alle kleren op. Heerlijk vind ik dat. Hij hoort niet zo goed meer, maar dan zet ik mijn handen tegen mijn mond en roep ik “Jef*, ik hou van u”. Dan moet hij lachen. En als hij klaar is dan krijgt hij een koffie en dan gaat hij op de computer filmpjes kijken van Jean-Claude Van Damme. En dan zit hij als 80-jarige mee te schijnboksen. Weet jij hoe schattig dat is? Dan denk ik: dit is waarom ik zo van mijn job hou, door mensen zo te leren kennen.”

“Ik mis het ‘normale’ dat ik vroeger niet ‘normaal’ vond.”

Gemis van een buurthuismedewerker

“Ik mis die warmte in dit huis. Versta me niet verkeerd. Het is geen ‘romcom’ maar echte mensenwarmte. Ik mis het ‘normale’ dat ik vroeger niet ‘normaal’ vond: zorgen dat er koekjes zijn, samen kleren passen in de deelkast en zeggen ‘Maar ja, dat staat u goed.’. De keer dat we tompoezen kregen en iedereen konden trakteren. De Paul*, een vaste vrijwilliger, die daar zit met een grote tas koffie en commentaar geeft op iedereen die binnenkomt. Ali* die tien keer met dezelfde brief langskomt. De melk die altijd op is en hier nu met liters staat. De versieringen van het vorige feestje die hier altijd drie maanden blijven hangen.”

“Voor de pandemie kwam ik erg moe thuis. Door het coronavirus is echt alles veranderd: de veilige omgeving waar we elke dag aan bouwden, is weg. We hebben ons aangepast: we gaan de straat op, we hebben alternatieve activiteiten om mensen iets te bieden. Maar je werkt plan A uit en het volstaat niet om ook een plan B te hebben. Heel vaak hebben we ook plan C,D en E nodig. Ik ben graag creatief en pas me graag aan, maar niet als we uiteindelijk niet kunnen bieden wat mensen nodig hebben.”

Brandjes blussen

“Nu begint de school opnieuw. Een mama stuurt me een brief van de school door. Ze begrijpt hem niet. Ik lees: ‘Beste ouder, de zomervakantie zit er op… de minister besloot… afhalen rode poort… groene poort… en met vermelding van vijf verschillende tijdstippen’, allemaal in doorlopende tekst. Ik probeer dat dan te vertalen door een Whatsapp stembericht in te spreken. Maar zo’n eerste brief bezorgt mij al stress: hoeveel ouders gaan die brief niet begrijpen? En hoeveel gaan niemand vinden die met hen mee kan ontcijferen? Zo ging het ook in juni al met de belastingen.”

“We geven signalen. We stellen oplossingen voor en werken ze zelfs uit. Er moeten constant zaken structureel veranderen, maar dat gaat veel te traag. En ondertussen zijn we heel de tijd brandjes aan het blussen. In normale omstandigheden kan ik de deur openzetten voor mensen om hen ten minste op te vangen, maar dankzij het coronavirus gaat zelfs dat niet meer. Vroeger ging ik kapot maar voldaan naar huis omdat ik veel geluisterd en gepraat had. Nu ga ik met stress naar huis omdat ik niet weet wat morgen gaat brengen en welke gevolgen dat zal hebben voor veel mensen in deze wijk.”

Deel:

Praktisch

Naam: Rabia Bouchikhi
Leeftijd: 34 jaar
Woonplaats: Deurne
Opleiding: Nog in opleiding Maatschappelijk Werk, vrijwilligerswerk bij Koffie & Formulieren en De Budgetgidsen
Lees/kijktip van Driss: De Turkse film ‘Miracle in cell n°7’ op Netflix (lingo lingo – wat je begrijpt als je de film ziet). Dat is de mooiste film die ik ooit heb gezien. Prijs: vier doosjes zakdoeken.
De droom van Driss: Ik heb geen dromen. Ik ben vrij realistisch daarin. Ja, wat Miss World je kan zeggen: gezondheid, dat iedereen gelukkig is en wereldvrede. Of toch wel, mijn echte droom nu is: ‘Dat die stomme corona voorbij is.’

Wil je meedoen als vrijwilliger ?

Kan je wat tijd vrijmaken en wil je je graag inzetten bij Samenlevingsopbouw? Bekijk hier alle mogelijkheden.

Doe mee!

Wil je weten wat we in de buurtwerken doen?

Bekijk onze maandkalenders.

Bekijk ook

project

Buurtwerk De Wijk

Lees er meer over

Steun ons!

Er zijn verschillende manieren om ons te steunen. Vind hier de manier die best bij u past.

Steun ons!

Doe mee!

Kan je wat tijd vrijmaken en wil je je graag inzetten voor Samenlevingsopbouw? Bekijk hier alle mogelijkheden.

Doe mee

Blijf op de hoogte

Geef hier je e-mailadres in en blijf op de hoogte van onze activiteiten en nieuwtjes.

Webdesign Antwerpen Volta

Gasstraat 12-14, 2060 Antwerpen - +32 (0)3 325 67 00 - info.antwerpenstad@samenlevingsopbouw.be

  • © Samenlevingsopbouw
  • Privacybeleid
  • Gebruiksvoorwaarden
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat je onze website zo goed mogelijk beleeft. Als je deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat je dat goed vindt.Ok